GroenLinkser Martijn Oosterveld woont in de wijk De Vosholen. Op zijn verzoek is een deel van de GroenLinks fractie in de wijk geweest om samen met enkele bewoners de verkeerssituatie op te nemen. Dit bezoek heeft geresulteerd in onderstaande waarnemingen en schriftelijke vragen voor het college.
1) Bij de school ontbreekt een stoep en er zijn te weinig parkeerplaatsen. Het halen en brengen van kinderen met de auto geeft met name rond half negen ’s morgens problemen.
2) Het bouwverkeer rijdt door de straten en geeft vaak gevaarlijke situaties voor wandelaars, spelende kinderen en fietsers.
3) Doordat er geen verkeersdrempels aangelegd zijn of andere snelheidsremmende maatregelen genomen zijn, ontstaan er in de wijk vaak gevaarlijke situaties vanwege het feit dat de automobilisten veel te hard rijden. Bovendien ontbreken fietspaden en trottoirs.
4) De bulten zand en andere bouwmaterialen geven een onoverzichtelijk beeld, wat de veiligheid voor fietsen, wandelaars en auto’s niet bevordert. In de straat ligt een verzonken put en er zijn veel losse straatstenen, waarmee de kans op ongelukken vergroot wordt.
5) Speelplaatsen zijn er erg weinig in De Vosholen. Een van de speelplekken ligt lager (onder het afwateringssysteem) dan de weg waardoor bij een goeie regenbui de gehele speelplek een modderpoel is. Voor de oudere jeugd is er geen hangplek.
6) Vlakbij de rotonde aan het begin van de wijk is het doorgaans erg gevaarlijk daar er weinig overzicht is op wat er achter de zandbulten aan verkeer is.
7) Hangjongeren zoeken de Klinkertunnel op. Er spelen kinderen onder de Klinkertunnel, van waaruit ze soms zo de weg opvliegen.
Naar aanleiding van deze constateringen stelt de fractie de volgende vragen aan het college:
1. Is het college het met de fractie van Groenlinks eens dat de (verkeers-)veiligheid ontbreekt in de woonwijk De Vosholen die nog in aanleg is?
2. Kan het college aangeven wat er aan bovenstaande problematiek gedaan gaat worden op korte termijn en lange termijn aan de (verkeers)veiligheid en het afvalprobleem.
3. Wat de speelplaatsen betreft, waarom zijn de huidige speelplaatsen zo laag aangelegd?
4. In hoeverre wordt er aandacht geschonken aan veilige speel- en hangplekken voor de (oudere) jeugd?
5. Kan het college er zorg voor dragen dat de straatverlichting in het algemeen voor de woonwijk voldoende aanwezig is zodat de donkere plekken verdwijnen?